24-12-2008
Door Sander Donkers

Het begon allemaal omwille van de gezondheid van het horecapersoneel. Dat zijn die mensen op wie je dezer dagen veel langer moet wachten, omdat ze buiten hun sigaretje staan te roken. Maar op de dag dat het rookverbod inging, botsten ook twee sociale aardplaten op elkaar. En wie had gedacht dat daaruit zo snel geheel nieuwe menstypen zouden ontspruiten? Al na een paar weken manifesteerde zich de hoe-dan-ook-roker. Die hing met zijn hoofd uit wc-raampjes, plantte zich op een terras pardoes tussen onbekend gezelschap omdat daar toevallig een stoeltje vrij was en onderbrak moeiteloos de meest cruciale conversaties wanneer de peuk riep (‘Is het, boehoehoe, dan nu echt uit?’ ‘Eeh, wacht even… Zo terug!’).

Een pathetisch figuur, dat zeker, maar toch nog iets minder vermoeiend dan de Blije Rook­vrije. De reacties uit dat kamp vertoonden trekjes die aan de Fortuyn­istische revolte herinnerden. Ze hádden altijd al gelijk, gdvrdgdvr!, en nu ze...