De Kellendonklezing is een jaarlijkse, feestelijke gebeurtenis aan de Universiteit van Nijmegen. Het spreekt vanzelf dat alleen de grootste schrijvers uit ons taalgebied worden uitgenodigd om ’m te houden en dan een kwestie dienen aan te snijden van het hoogste belang. Vorige week was het de beurt aan Joost Zwagerman, die ex cathedra het einde afkondigde van de ‘literaire quarantaine’. Dat is: de angst van Nederlandse auteurs om ‘het dagelijks nieuws’ toe te laten in hun werk. Een extreem verkorte en daardoor iets te luide versie van zijn voordracht stond een paar dagen later in de krant. Daarin leek het alsof Zwagerman, net als ooit de hoogleraar moderne letterkunde Ton Anbeek, pleitte voor meer ‘straatrumoer’ in Nederlandse verhalen en romans – maar nu met als ijkpunt de moord op Theo van Gogh. Wie daar dezer dagen niet over schrijft, zou net zo bekrompen zijn als een Amerikaanse auteur die de aanslag op de Twin Towers negeert. Wie als criticus het dogma hanteert...