Schrijver Peter Terrin

Het regent en de eerste glimpen van Herzele, aan de voet van de Vlaamse Ardennen, doen mistroostig aan. Zo’n half uur rijden van Brussel en twintig minuten van Gent oogt het als een slaapstadje waar de forensen ’s avonds naar terugkeren. In de lange Stationsstraat is Judoclub Herzele gevestigd, met naast de deur een Stella Artois-vignet. Dicht, uiteraard. Niemand op straat. Uitgestorven, lijkt het.

Schijn bedriegt, want opeens is daar een kleine straat met half vrijstaande villa’s. In een daarvan staat iemand achter het raam: Peter Terrin (1968), de schrijver van twee verhalenbundels en vier romans die geleidelijk aan erkenning winnen. Zijn voorlaatste roman De bewaker werd genomineerd voor de Libris Literatuur­prijs 2010. De drukproeven van zijn nieuwste, Post mortem, heb ik in de tas.

Terrin is alleen thuis. Zijn vrouw is naar haar werk (‘iets belangrijks en ingewikkelds in human resources’), en vrolijk verspreid speelgoed herinnert aan zijn eveneens...