Verhalen

Sommige boeken zijn zo goed dat het gevaarlijk wordt: je loopt onder de tram, vergeet te eten, zet relaties op het spel – als je maar verder kunt lezen.

Vogels die vlees eten is het debuut van Thijs de Boer. Tien korte verhalen.

Het gerucht ging dat De Boer in een paar pagina’s meer zegt dan de meeste schrijvers in een hele roman. Dat is niet helemaal waar. Hij zegt meer in een paar zinnen.

Zo begint ‘Eerste sneeuw’:

‘De jongen was zijn kleine zusje kwijt.

En daarna stopte de moeder met ontbijt maken.’

Vrijwel alle losse zinnen zijn sterk. Belangrijker is, ze staan op de goede plaats, het is allemaal feilloos getimed: de afwisseling tussen directe en indirecte rede, tussen lange en korte, hoofd- en bijzinnen, de manier waarop De Boer naar zijn punchlines toewerkt – of eigenlijk, de manier waarop hij alle overbodige informatie weglaat, zodat elke zin als een punchline voelt.

Het is een vreemd ritme, opsommend maar niet schokkerig: als er één woord is waar De Boer het...