Geen vuurwerk, geen climax.

In Nederland heeft de eerste dag van het jaar een onmiskenbare aanblik. De zon komt voorzichtig op vanachter een mist van kruitdampen, de straten zijn bijna onherkenbaar door een laag van rode vuurwerkprut, midden op elk plein staat een natte kartonnen doos naast een lege fles Solatio Vino Frizzante. Vooral de vroege ochtend van 1 januari, nog voor de gemeentereinigingsdienst het ergste vuil in de goot heeft geveegd, ziet eruit zoals een kater voelt: viezig, zompig en vol van uitgeblazen enthousiasme.

Het is de vraag of dat zo blijft: de vuurwerkvrije zone wint langzaam maar zeker terrein, en steeds meer mensen lijken wel oren te hebben naar een verbod op consumentenvuurwerk. De argumenten zijn overtuigend, want het afsteken van vuurwerk zorgt voor een lange lijst aan ellende. Elk jaar worden gezonde vingers en oogballen onherstelbaar beschadigd door te vroeg ploffende rotjes, hele zwermen wilde vogels vliegen in blinde paniek tegen een...