20-09-2007

Ik droomde vannacht dat ik met wat vrienden in de gevangenis zat. We bewoonden een langwerpige kamer met ijzeren stapelbedden, er hing een kale lamp aan het plafond en er was een tafel waaraan we voortdurend onze situatie bespraken. We hadden geen idee hoe lang ze ons vast wilden houden en of onze vrienden en familie wisten waar we waren. De gevangenis zelf was onduidelijk van vorm. De muren waren niet altijd zichtbaar en toen ik op het dak klom, snoof ik de zeelucht op, alsof het de laatste keer in een lange tijd zou zijn dat dit kon.

Als ik wakker word moet ik meteen denken aan mijn vriendin die ik gisteren sprak over de telefoon. Ze woont in Beiroet. Er was weer een bom ontploft; een parlementslid, twee bodyguards en vier omstanders kwamen om. Ze had de klap niet gehoord maar toch was ze geschrokken. Het feestje waar ze naar toe zou gaan werd afgelast. En in de straat met cafés en restaurants leek het zondagochtend in plaats van de woensdagmiddag die het was.