Het luisterboek an sich is natuurlijk een enorme verrijking. Met de bekende argumenten: lange autotochten, solo of met het kerngezin, worden plezieriger. Kinderen luisteren zoet, úren lang, op de achterbank.

Voor volwassenen zijn die voorgelezen kinderboeken ook bepaald geen straf. Rijd je alleen of met een luisterwillige medevolwassene, dan is de keuze nog groter: de fonkelende poëzie van H.H. ter Balkt, gereciteerd door de dichter zelf; een boeiend academisch hoorcollege over de geschiedenis, filosofie, theorie en praktijk van mensenrechten; Haruki Murakami’s Norwe­gian Wood op tien cd’s, genoeg om in de noordpunt van Denemarken te belanden. Of, net verschenen, een keuze uit de als hoorspel bewerkte Bommelverhalen. Er kleeft niets amateuristisch meer aan het luisterboek.

De aanblik van zo’n goed bevoorrade kast vol luisterliteratuur in de boekhandel doet watertanden.
Toch biedt niet elk luisterboek genot. Bij een leesboek is het voordeel dat je de beelden en stemmen...