Een vmbo-advies voelt voor kinderen en ouders als een vonnis. Met andere termen kunnen we benadrukken wat een kind wél kan.

Het vriendinnetje van mijn dochter kwam huilend het schoolplein op, de uitslag van de entreetoets nog in haar hand. Geen goede score. Dat wil zeggen: vmbo. Haar moeder was zo geschrokken dat het meisje in tranen was.

Ze was de enige niet. In de weken voor de zomervakantie kregen tienduizenden schoolkinderen uit groep zeven hun eerste schooladvies voor het voortgezet onderwijs. Vwo (gymnasium of atheneum), havo of vmbo? Dat is steeds de grote vraag. In de adviesgesprekken krijgt pakweg 60 procent het gevreesde ‘vmbo’ te horen. Voor velen voelt dat als een vonnis.

Dat is heftig, té heftig. Al die tranen, al die jonge kinderen die door de grond gaan als ze ‘vmbo’ te horen krijgen, dat kan zo niet. Het klinkt sentimenteel, maar ik vind dat ‘we’ dit ‘onze kinderen’ niet aan kunnen doen.

Gelukkig vinden de meeste mensen in het onderwijs dit ook....