Het verwijt is zo standaard geworden, dat je er niet eens meer van ophoort. En dat is niet goed, want in de herhaling houdt zich de diepgekoesterde overtuiging schuil, die zichzelf niet genoeg kan horen. Het verwijt luidt: iets of iemand zwart maken. Dubbelzinnig voorbeeld van oud-Hollandse, koloniale beeldspraak. Ik kom het weer tegen in een boek van de sociologe Yolanda van Tilborgh, die Nederlandse mos­lima’s interviewde over Ayaan Hirsi Ali. Korte samenvatting: nee, die Hirsi Ali, die deugt niet, ze scheert alles en iedereen over één kam en bovenal, ze maakt de islam zwart. Ik ben niet verrast als ik dat lees, en al helemaal niet ‘verbijsterd’ – wat tegenwoordig toch als minimumreactie geldt. Ik blader lui door, totdat ik op het oordeel stuit van ene Gonja. Ze haat niet zo snel mensen, zegt ze, maar Ayaan Hirsi Ali haat ze echt, Hirsi Ali is ‘een trut, zo’n bosnegerin’.

Die bosnegerin doet het ’m. Oud zeer wordt bij mij losgewoeld, van jaren geleden toen...