Het OM wil dat eenvoudige misdrijven liefst binnen zes uur worden afgestraft met een taakstraf of boete. Advocaten zijn kritisch.
Illustratie: Paul FaassenIllustratie: Paul Faassen

Amsterdam, acht uur ’s ochtends. Op de tweede verdieping van Bureau Beursstraat zitten officier van justitie Rik Duyvendak, parketsecretaris Rebecca van Senus en reclasseringsmedewerker Eugenie van Steenvelt al op hun post. Achter hen aan de muur hangt een groot beeldscherm met daarop de namen van verdachten die de nacht ervoor in de Amsterdamse binnenstad zijn opgepakt. Mannen en jongens met namen als Jerry, Brian en Hakim.

Achter elke naam staat het misdrijf waarvan ze worden verdacht: belediging van een ambtenaar in functie, openbare geweldpleging, rijden onder invloed, poging tot diefstal. Voor elke naam loopt een teller, aflopend van zes tot nul uur. Zo lang mag de politie verdachten vasthouden voor verhoor. Binnen die periode moet de politie de zaak rond krijgen. Is er meer tijd nodig voor onderzoek of om getuigen te...