Beschouwing / Moedige roman van Naima El Bezaz

De flonkering van een welgekozen woord. Klank, ritme, sonoriteit, stilistische verrassingen en dito genot. Voor dat alles geeft Naima El Bezaz (1974) niet thuis in haar derde boek De verstotene. Wie dergelijke literaire eisen bij zijn leeservaring laat prevaleren, kan beter het recente proza van Dimitri Verhulst en Yves Petry genieten.

Naar om dit te moeten zeggen. Het is bovendien de zoveelste keer, altijd weer bij auteurs van allochtone herkomst die de moed hebben in het Nederlands te schrijven en klaarblijkelijk geen vertrouwenspersoon ter uitgeverij vinden. In El Bezaz’ geval, nota bene een native speaker, is de stilistische rampspoed zo overweldigend dat de verantwoordelijke redacteur gekielhaald moet worden in een bassin vol bedorven couscous.

Vooral had er geschrapt moeten worden. El Bezaz heeft de kennelijk onbedwingbare neiging om gevoelens te benoemen, in Oprah-kreten, in plaats van ze te tonen. ‘Ik voelde me intens...