In memoriam

Zomaar een herinnering aan Rutger Kopland, op een dichtersfeestje. Een vriendelijk gesprek. Opeens passeerde de dichter Ilja Leonard Pfeijffer en hij verstarde, zei even niets meer. Pfeijffer had lelijk over hem geschreven en dat herinnerde hij zich precies. De man die zo’n vriendelijke en wijze indruk maakte, de dichtende psychiater wist heel goed wie zijn vrienden en vijanden waren. Hij kon ook best kwaad zijn, maar niet in zijn gedichten.

Hij debuteerde er in 1966 mee, midden in het seizoen der veranderingen, popmuziek rukte op, hippies en provo’s beklommen het toneel, de seksuele bevrijding kwam eraan, Nederland ontzuilde in rap tempo. Onder het vee heette Koplands eersteling, alsof Nederland weer terug werd gestopt in het boerenland dat het ooit was geweest, maar de geest was nieuw, teder en melancholisch jazeker, maar ook ironisch, anekdotisch. Geen ‘verheven’ poëzie: ‘De dichtkunst beoefenen is / met de grootst mogelijke zorgvuldigheid / constateren dat...