Ze gaan dieper dan de vermaakclown, 
en verder dan de cliniclown. Voor al uw 
uitvaarten: 
de rouwclown.
'Als clown op een uitvaart hoop je het mensen makkelijker te maken'‘Als clown op een uitvaart hoop je het mensen makkelijker te maken’

In de besneeuwde nieuwbouw van Gouda Goverwelle nestelt Marion Groenenboom (53) zich in haar leren driezitsbank. Ze draagt een paars vest, aan haar voeten pantoffels. Van huis uit is ze jeugdwerker en pedagoog, maar, zo schrijft ze op haar website: ‘Gedurende mijn leven drong de clown zich meer en meer aan mij op en opende een nieuwe, kernachtige manier van contact maken.’

Haar alter ego, contactclown Puk, is het resultaat van talloze trainingen in mime en clownerie. Gewapend met pet en rode neus bezoekt ze nog altijd dementerende ouderen en verstandelijk gehandicapten. Sinds drie jaar is Puk ook te boeken als rouwclown. Het principe is immers hetzelfde, meent Groenenboom: een clown veroordeelt niet, een clown ís gewoon, en dat geeft troost.

Ineens veert ze op uit de bank: ‘Wacht, ik doe effe m’n neusje op.’ Want ze kan er wel over vertellen, roept ze terwijl ze naar de gang verdwijnt, uiteindelijk gaat het toch om het contact: om wat er ontstaat als je opkomt. Er klinkt gerommel in de gangkast. Even later schrijdt ze met een plechtige grimas de kamer weer binnen, een zwarte jas over de armen gedrapeerd. Zo liep ze ook, vertelt ze, tijdens haar eerste pitch voor het Netwerk Uitvaart vernieuwers. Ze had één minuut om zich als rouwclown te presenteren. Een groot succes, volgens Groenenboom. ‘Ik legde die jas heel liefdevol neer, en keek er alleen maar verbaasd naar. Zo van: “Hee, waar istie nou, de overledene?” Zo’n beeld roept al ontzettend veel op. Ineens ligt daar alleen maar een jas – heel symbolisch, begrijp je? Op zo’n moment kunnen mensen aan hun eigen verdriet denken. Zij zitten daar allemaal iemand te missen.’

Marion Groenenboom (clown Puk): 'Nederland zit met een statisch clownsbeeld'Marion Groenenboom (clown Puk): ‘Nederland zit met een statisch clownsbeeld’

De clown als vervoermiddel

Het blijkt voor rouwclowns nog geen sinecure om de kern van hun werk in woorden te vangen. Groenenboom hoopt ‘door een ontwapenend optreden ruimte te creëren voor emoties die anderen wegstoppen.’ Haar collega en goede vriendin Wilmien Schuurman (ook 53) uit Zwolle vindt het meer zoiets als ‘met een stukje humor het onbevangene vertegenwoordigen,’ zegt ze aan de telefoon. ‘Maar uiteindelijk gaat het natuurlijk allemaal over zingeving.’

Over één ding zijn de beide dames het in elk geval roerend eens: hier te lande kampen clowns met negatieve vooroordelen en wordt hun potentieel volledig onderschat. ‘Nederland zit met een statisch clownsbeeld,’ zegt Groenen boom. ‘Het is altijd Pipo, Bassie of iets met ballonnen.’ Terwijl een clown helemaal niet lollig hoeft te zijn, legt Schuurman uit. ‘Ik heb mij afgevraagd: hoe kan ik nóg dieper die clown in? Ik wilde mijn kwetsbaarheid opzoeken, en van daaruit een liefdevolle verbinding met anderen maken. Mensen vinden het lastig om verdriet te voelen, weten zich geen houding te geven. Een clown heeft daar geen last van, die speelt daar juist mee. Als clown op een uitvaart hoop je het mensen makkelijker te maken. Ik zie de clown als een vervoermiddel dat je helpt om vanuit je hart te gaan leven.’

Vertaal zo’n ideaal maar eens in de praktijk. Groenenboom vertelt hoe ze samen met Schuurman wel eens dagenlang heeft zitten puzzelen. De casus: een act met een bolletje wol. ‘Je kunt alle aanwezigen tijdens de uitvaart natuurlijk een stukje draad laten vasthouden. Wilmien vond dat een mooi symbool van verbinding. Maar op zeker moment haalt de clown dat klosje weer op, en wat blijft er dan? Ieder staat met lege handen, dat is toch een beetje lullig.’ Ineens is ze weer clown Puk, die beteuterd naar de ontrafelde knot wol kijkt, op tafel in Gouda. Dan voelt ze iets onder haar pet. ‘Hé, een ei!’ zegt Puk. ‘Prachtig toch,’ zegt haar vertolker. ‘Nu kun je dat ei bovenop het nestje wol leggen. Verbeeld je toch nog de symboliek van een nieuw begin. Ons werk zit in kleine dingen, hoor!’

Wilmien Schuurman: 'Ik sta heel erg te voelen'Wilmien Schuurman: ‘Ik sta heel erg te voelen’

Workshop rouwclownen

Groenenboom en Schuurman leerden elkaar kennen tijdens een intensieve workshop rouwclownen op natuurbegraafplaats Bergerbos bij Sint Odiliënberg, diep in de bossen van Limburg. Met negen clowns werd gewerkt aan de ‘kerncompetenties’ (denk aan ‘empathie’ en ‘gevoel voor klank en kleur’) en hoe deze in te zetten bij een uitvaart. De rouwclown is er namelijk om de essentie én de energie van de overledene zo goed mogelijk te vertolken, leerden de deelnemers. Om er vast een beetje in te komen, bereidden ze de denkbeeldige begrafenis van een bromvlieg voor.

Hartstikke inspirerend, vond Groenenboom. Thuiskomen, zegt Schuurman. Niet in de laatste plaats omdat de training werd gegeven door Roelof van Wijngaarden, volgens de dames de absolute top in het Nederlandse rouwclownen. Van Wijngaarden, aanvankelijk hardrockmuzikant, werkte een paar jaar als cliniclown, maar trok zich teleurgesteld terug omdat hij de organisatie te commercieel vond. Hij begon voor zichzelf en is volgens zijn website dé ritueel-rouwclown in Nederland. Naast de workshop met collega-rouwclowns bedacht Van Wijngaarden humortrainingen voor het bedrijfsleven (‘ontdek de clown in jezelf’) en lanceerde hij zijn creatie ‘gentleclowning’: gebaseerd op de gentle teaching-methode van de Amerikaanse psycholoog John McGee, die hamert op een hechte band tussen patiënt en hulpverlener. Zo clownt Van Wijngaarden alleen op een uitvaart als hij vooraf met de aanstaande dode heeft gesproken.

Inmiddels is het stil op zijn website. Onder het kopje ‘agenda’ lezen we dat november en december 2008 zijn volgeboekt, de planning voor 2009 is in de maak. Waar is Van Wijngaarden? Wat doet hij, lééft zijn rouwclown nog? Mailtjes blijven onbeantwoord, een bevriend therapeute laat vanaf Kuala Lumpur weten dat ‘Roelof zich lastig laat vangen’. Marion Groe nen boom suggereert dat hij misschien in Ame rika zit, op bezoek bij zíjn goeroe: arts-clown Patch Adams, ooit de grote inspirator voor de cliniclowns.

Dan meldt Van Wijngaarden zich ineens per telefoon. Hij was dit najaar inderdaad in Amerika, en staat nu op het punt om af te reizen naar zijn clownmeester in Spanje. Althans, hij vertrekt over twee weken maar tot die tijd heeft hij ‘de rust niet’ voor een telefonisch interview, zijn agenda is overvol. Waarmee precies? Nou, niet met uitvaarten, zegt Van Wijn gaar den. Hoeveel uitvaarten doet hij dan eigenlijk per jaar? Het blijft even stil aan de andere kant. Daar gaat het niet om, zegt de rouwclown. ‘Wat ik doe, is niet in getallen uit te drukken.’ En na enig aandringen: ‘Dit jaar heb ik nog geen uitvaarten gehad.’ En het vorige dan? Nee, hij moet ophangen, hij is immers druk. Wel wil hij nog even kwijt dat hij een pioniersrol in het clownsvak heeft vervuld. Het taboe op een clown bij de uitvaart is nog altijd groot, maar volgens Van Wijngaarden zijn er lichtpuntjes. ‘Je ziet zowaar wat humor doorbreken in de uitvaartreclames.’

Pluche krokodil

Marion Groenenboom beaamt: het is een lastig vak. Ze is in al die jaren nog nooit gebeld voor een begrafenis. Alleen door uitvaartondernemers, die haar vragen voor een open dag of om op te treden bij speciale herdenkingsdiensten. Toch is er ook in de branche veel scepsis, weet Groenenboom. ‘Bij een open dag zetten ze me expres niet op het programma, omdat het mensen kan afschrikken.’ Tegen­woordig gaat ze alleen nog naar een uitvaartbeurs als ze een podium krijgt om op te treden. ‘Als ze het zien, snappen mensen het pas.’ En de reacties zijn overweldigend, zegt Groenenboom. Laatst nog, in Breda, bij haar voorstelling De krokodil en de tikkende klok. Ze had haar pluche krokodil als handpop meegenomen, als metafoor voor de dood die je komt halen. ‘Meestal eet de krokodil taai vlees, van oude mensen, maar heel soms zit er een mals stukje tussen, als er een jong iemand sterft. Een oudere dame kwam naar me toe en zei: “Hadden we dit maar op de uitvaart van mijn kleinkind gehad. Dan had ik mijn woede op die krokodil kunnen richten.”’ Zo’n gebeurtenis sterkt haar in het idee dat 
er wel degelijk vraag is naar rouwclowns. On bekend maakt onbemind, verzucht Groenenboom. ‘Ik hoop dat het denken over de rouwclown opschuift. De cliniclowns zijn inmiddels ook geaccepteerd.’

Wilmien Schuurman heeft haar clown even ‘geparkeerd’, omdat ze bezig is aan een opleiding tot psychosociaal begeleider en transpersoonlijk counselor. Ook zij voelt dat ze moet opboksen tegen vooroordelen. ‘De clown met flapschoenen, zoals mensen die in hun hoofd hebben, daar zitten ze bij hun begrafenis niet op te wachten.’ Eén keer heeft ze een uitvaart mogen doen, samen met Roelof van Wijn gaarden, als onderdeel van haar opleiding. ‘Het was een oudere heer, die echt iets met de pierrot had.’ Ze vindt het moeilijk om uit te leggen wat ze precies deed. ‘Ik vertolk de energie van de overledene, en dat brengt een innerlijke glimlach teweeg. Doordat ik heel erg sta te voelen, kan ik contact maken. Dan zeg ik bijvoorbeeld tegen iemand die verdriet heeft: “Dat is lief.” Zoiets werkt heel ontwapenend.’ Niet iedereen kan daar iets mee, dat merkte ze ook. ‘Maar ik zal mensen nooit lastigvallen, ik heb daar heel fijngevoelige antennes voor.’ Hoeveel rouwclowns er inmiddels actief zijn in Nederland is onbekend. Behalve Van Wijn gaar den en Groenenboom zijn er ook wel cliniclowns die in een enkel geval op de begrafenis van een patiënt optreden, maar die geven daar liever geen ruchtbaarheid aan. Wilmien Schuur man blijft hoe dan ook optimistisch. ‘Als het zover is, hoop ik dat mijn dierbaren op mijn laatste dag een heleboel clowns optrommelen.’

Foto’s: Ivo van der Bent