Dat hij het mysterie koestert, had hij tevoren al per fax uit zijn woonplaats New York laten weten: ‘Ik lieg veel, dat weet u toch? Clinton keek het Amerikaanse volk in de ogen en loog, dat stond in de krant. Ik heb Hanneke, Sonja, Paul en Wim in de ogen gekeken en gelogen en toch ben ik geen president.’

Hij had gewaarschuwd dat het huren van een privédetective meer over zijn drijfveren zou onthullen dan een vraaggesprek. Alle standaardantwoorden staan trouwens al vermeld in zijn essaybundel De troost van de slapstick. Ja, onthult hij in dat boek, er is iemand van wie hij houdt. En nee, hij slikt, spuit of rookt geen stimulerende middelen om zijn productie op peil te houden. Verder nog vragen?

Het grootste raadsel rond Arnon Grunberg blijft zijn onuitputtelijke energie. ‘Het is ongelooflijk,’ meldt Pablo van Dijk van Pablo van Dijk Kunstedities vanuit New York, die in hoog tempo zes bibliofiele boekjes van de auteur uitgaf. ‘Er is nog niet één exemplaar verkocht, maar...