Pop

Afgelopen zomer bevond ik me onverwacht een aantal dagen dicht in de buurt van twee muzikanten die de koers van de Duitse popgeschiedenis hebben veranderd. Een uitgelezen mogelijkheid om ze eens op mijn gemak gade te slaan. Gezamenlijk staan ze op de hoes van de recent verschenen heruitgave van Tago Mago, misschien de beste, maar zeker de vermaardste plaat van de groep Can. De muziek van exact veertig jaar geleden blijkt de tijd uitstekend te hebben doorstaan. Ze is vrij, zonder de geforceerde vrolijkheid van de meeste hippiemuziek, ze is bevlogen en baanbrekend, zonder de protserige vergezochtheid van de symfonische rock.

Goed, de twee jongemannen, heren op leeftijd inmiddels. Toen Malcolm Mooney, de oorspronkelijke zanger van Can, besloot terug te keren naar zijn geboorteland Amerika, mede omdat de chaotische muziek van de band volgens zijn psychiater slecht zou zijn voor zijn mentale gezondheid, zat Can zonder frontman. De overgebleven muzikanten vonden zijn vervanger toen...