Pop

Vier jaar geleden, toen Bram Vanparys nog niet The Bony King Of Nowhere heette, vond hij zichzelf tijdens een optreden van zijn idool Devendra Banhart opeens terug op het podium. ‘Banhart had de gewoonte mensen uit de zaal te vragen een liedje te spelen,’ zegt de drieëntwintigjarige zanger uit Gent. ‘Eerst had een meisje haar hand opgestoken, maar dat bleek toch een vergissing. Er was verwarring, waarna Banhart vroeg: is er nu echt niemand in de zaal? Toen schoot mijn hart in mijn keel van de zenuwen en zag ik mijzelf mijn hand opsteken, denkende: oei, oei, wat doe ik nu? Op het podium kreeg ik zijn gitaar in mijn handen gedrukt en toen heb ik “Everything I Like” gespeeld. Daarna heb ik mijn demo afgegeven met mijn adres. Drie maanden later kreeg ik post terug, met een aardig persoonlijk woord van Devendra.’

‘Everything I Like’ kwam als oudste liedje terecht op het debuut van Vanparys dat de titel Alas My Love meekreeg. Komend weekend geeft hij zijn eerste grote concert in...