Een harde knal klinkt en voorbijgangers in de hoofdstraat van Bangui krimpen ineen. Sommigen willen wegrennen, maar dan blijkt al wat de oorzaak is: de kapotte uitlaat van een gammel busje dat zich vol passagiers hortend en stotend in beweging zet. Besmuikt lachend loopt iedereen weer verder, door een straat waar de oorlog meer in dit soort reacties te vinden is dan in kogelgaten.

Voor oorlogsschade moet je iets buiten het centrum van de hoofdstad van de Centraal Afrikaanse Republiek zijn. Halve wijken zijn verwoest, moskeeën uitgebrand, kerken beschadigd. ‘Kijk, hier links wonen de overgebleven moslims, hier rechts christenen,’ wijst majoor Migabo van de Rwandese troepen, onderdeel van de vredesmacht van de Afrikaanse Unie. Een verrassende mededeling, omdat die Afrikaanse troepen de laatste moslims uit Bangui zouden hebben geëvacueerd. Toch zijn er nog duizenden in een wijk waarin aan de andere kant van de doorgaande Avenue de France christenen naar hen staren. ‘Als...