Een conferentie in de Spaanse hoofdstad, een paar maanden geleden. De bomaanslagen in Madrid van 11 maart 2004 worden bediscussieerd, de moord op Theo van Gogh, de verschillende reacties in beide landen.

Het publiek bestaat grotendeels uit Madrilenen, die met een bewonderenswaardige terughoudendheid de calamiteiten bespreken – of moet je zeggen: met een verbazingwekkende onthechtheid? Mijn Pakistaanse buurvrouw denkt het laatste: ‘Als fundamentalistische christenen zoveel slachtoffers hadden gemaakt in Islamabad, was er nu geen conferentie geweest, maar een pogrom tegen alle christenen, een compleet bloedbad.’

De oudere Turkse diplomaat krijgt het woord, en dat zal hij gedurende vijftien minuten houden; minuten waarin met veel omhaal van woorden op overtuigende wijze niets wordt gezegd. Op zachte toon rangschikt hij de begrippen ‘respect’ ‘verzoening’ en ‘dialoog’ steeds net iets anders; soms leidt respect tot dialoog, soms dialoog tot verzoening en respect....