Nederlands bekendste verdachte Willem Holleeder vindt dat hij geen ‘eerlijk proces’ heeft gehad bij de rechtbank Haarlem: een van de rechters die hem veroordeelde was niet onafhankelijk. Hij eiste daarom in Hoger Beroep een nieuw proces bij een nieuwe rechtbank. Het Hof wilde daarover vandaag nog geen uitspraak doen. Hoe zit deze juridische puzzel in elkaar? Vrij Nederland-medewerker Mr. J. Schaap legt het uit.

Het is een tweetrapsraket. Een verdachte heeft er recht op dat meerdere rechtelijke instanties zich ‘feitelijk’ over zijn strafdossier buigen. Ten eerste belandt zijn strafdossier bij een van de negentien rechtbanken die ons land kent. Als de betrokken procespartijen (verdachte en/of Openbaar Ministerie) het niet eens zijn met het vonnis, wordt er hoger beroep aangetekend bij een van de vijf gerechtshoven: de tweede ‘feitelijke’ instantie dus.

Pas daarna is er nog extra speeltijd ingelast: een beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden in Den Haag....