Interview / Schrijver Koen Peeters

Met een stapel klassieke schoolschriften en oude boeken over Rwanda onder de arm staat Koen Peeters in de deuropening. ‘Di­dac­tisch materiaal voor als we ons vervelen,’ zegt de Vlaamse romancier die de reputatie heeft van een onverbeterlijk ironicus. In de gang hangen schilderijen van ‘koloniale tafereeltjes’. Zwarte mannen die rubber aftappen en onwennig op een fiets zitten. Ze blijken van Peeters’ eigen hand. ‘Ik heb ze gemaakt in de jaren tachtig, toen ik nog niet wist of ik schilder of schrijver wilde worden.’ In 1988 debuteerde hij met Conversaties met K. Op het omslag prijkte een postzegel van Belgisch Congo.

Door heel zijn Leuvense huis zijn de sporen te vinden van Peeters’ fascinatie voor de voormalige koloniën. In de kelder staan bananendozen vol knipsels over Congo en Rwanda tot aan het plafond. In de woonkamer zegent een houten kwikstaartje, in de Rwandese mythologie de vogel die de goede boodschapper is, het bezoek. En boven, op...