Dat grof geld stinkt, ruik je op zonnige dagen als deze, hier, in het ruisende landschap aan de grenzen. Die weeë walm. Dat mag je niet zeggen, in Nederland: geen kwaad woord over dit onkruid. Het is onze geuzengeur. Als toeristen ondeugende blikken uitwisselen op het Damrak, gaan we er vanzelf jofel bij lopen. Je maintiendrai? Chill! Wiet is Neerlands’ trots. Tijdens de verkiezingen werd er dan ook over gezwegen, terwijl eigenlijk alleen de PvdA de huidige situatie wil behouden.

Maar wiet meurt, en al helemaal in grote hoeveelheden. De kwekers zijn allang geen natuurminnende hippies meer, hier dumpen ze hun vuilniszakken met steenwol en ander bespoten kweekafval gewoon in de berm. Om de zoveel tijd liggen er nieuwe en dan weet je: iemand heeft hier flink geld verdiend. Soms neemt de politie wat plantjes in beslag – twintigduizend stuks in Hoensbroek en Venray, op een huisadres met de toepasselijke naam ‘Penningkruid’. Bij de volgende oogst hebben ze de schade er alweer uit....