Hangend uit het raam van een Luiks hotel zag ik padvindertjes in kobaltblauw over een binnenplaats marcheren. Laat de verwijzingen naar jeugdbewegingen van de jaren dertig maar achterwege. De Waaltjes hadden lol. Zongen een liedje. Mijn gedachten dwaalden af naar het schoolpleintje voor mijn huis in Rusland. Daar hing ik ook wel eens uit het raam. Vanuit zo’n positie zijn kinderen heel aandoenlijk. Zeker als er niet constant gegild wordt. Kun je tenminste horen wat er in ze omgaat. Kleine verhaaltjes, razendsnelle hersenspinseltjes. Die Russische kindjes waren leuk en oorspronkelijk genoeg. Wie zegt dat je door in de maat te lopen een persoonlijkheidsstoornis ontwikkelt? Dat je vrije geest door uniformiteit bekneld zou raken? Als dat waar was, zou ons individualistische landje een vloedstroom aan wereldberoemde kunstenaars en wetenschappers moeten voortbrengen. Uit de ons omringende landen (die, Duitsland uitgezonderd, hun kinderen in uniform naar school sturen) hoor ik geen...