Literaire berichten

Schrijven over rock-‘n-roll is gevaarlijk. Schrijvers verliezen gauw hun geloofwaardigheid als ze zelf nooit cool of rebels zijn geweest, maar op papier overdoses en kleedkamerorgies bij elkaar verzinnen. Weinig is zo doorzichtig als geveinsde rebellie.

Maar Toby Litt is niet zo’n schrijver. Clap, hoofdpersoon in Ik ben de drummer van de band okay (Ambo Anthos, vertaald door Irving Pardoen) speelt weliswaar in een succesvolle rock-‘n-rollband, met alles erop en eraan – groupies, drugs, alcohol, wereldtours – maar er is een belangrijke kanttekening: hij is drummer. Doorgaans een dienende, ondergewaardeerde rol. Er is nog een belangrijke kanttekening: Clap is bescheiden, eerder burgerlijk dan rock-‘n-roll, en bewaart daardoor afstand van alle krankzinnige taferelen in zijn band.

Claps worsteling is begrijpelijk. Naarmate hij dichter bij de veertig komt, krijgt hij genoeg van Okay, van het rock-‘n- roll-leven. Toch blijft hij er maar aan vastplakken, uit een soort...