Non-fictie

Het is de gouden formule van de grootmeester van de literaire non-fictie: de grote geschiedenis vertellen aan de hand van op het eerste gezicht kleine verhalen met een persoonlijk tintje. In El Negro en ik volgde Frank Westerman het spoor van een opgezette neger die symbool stond voor de omgang van blank met zwart. In Ararat onderzocht hij middels een beklimming van de berg waarop de ark van Noach vastliep het verlangen naar hoger van de van zijn geloof gevallen westerse mens. En in zijn nieuwe boek Dier, bovendier weerspiegelen de lotgevallen van de Lipizzaner, het gracieuze witte paard dat hem al in zijn jeugd biologeerde, de menselijke droom dier en mens te ‘verbeteren’.

Die droom mondt niet zelden uit in een nachtmerrie. Neem Lutz Heck, vanaf 1931 directeur van de Berlijnse Zoo. Hij wilde oerossen en oerpaarden reconstrueren. Zijn netjes in de nazi-ideologie passende denktrant beschrijft Westerman zo: ‘Uit kruisingsproducten, bastaards, kon je de zuivere lijn weer...