Nadat eerst mijn vader, dezelfde maand mijn zusje en een aantal jaren later mijn moeder waren gestorven, had ik het idee geen familie meer te hebben.

Er waren dingen die ik miste, waarvan het belangrijkste was dat ik nooit meer zomaar een verhaal kon beginnen, waarop anderen dan invielen met: ‘O ja, dat was toen met tante M.’ Familie levert naast pijn en ongemak ook een gedeelde tijdbalk van je leven op, het is prettig dat je niet bij elk praatje hoeft uit te leggen waar je vandaan komt, hoe je vader heette en dat je dus geadopteerd bent.
Je steekt van wal, en dat blijkt dezelfde wal te zijn waarop je familie toch al stond.

Ik heb voor die dingen nooit zo’n scherp oog gehad toen het kerngezin nog om mij heen stond, want die benamen mij het zicht op de rest van de familie. Dat was niet erg, zeker niet voor iemand die verlegen was als ik en die eigenlijk alle mensen nogal eng vond, als ze niet op mijn moeder leken.

Mijn vader was al vreemd volk, ik weet hoe ongemakkelijk ik...