Fictie / Philip Roths ‘Nemesis’

Sterk aan Philip Roths historische fictie is hoe hij daarin een vervlogen tijd aanraakbaar en nabij maakt en tegelijkertijd het verschil met nu laat uitkomen. Het verhaal in zijn eenendertigste boek, de roman Nemesis, speelt grotendeels in de jaren veertig van de vorige eeuw in New Jersey. Om precies te zijn: Newark, 1944. De oorlog woedt voelbaar; de jongemannen die daartoe lichamelijk in staat zijn, vechten in de Pacific of Frankrijk. De drieëntwintigjarige Eugene ‘Bucky’ Cantor niet. Zijn jonge leven lang heeft hij met halters getraind om marinier te kunnen worden, maar toen hij zich op 8 december 1941 – de dag na de Japanse aanval op Pearl Harbor – aanmeldde, werd hij afgekeurd: te slechte ogen. Zijn twee boezemvrienden, met wie hij destijds in de rij voor het aanmeldkantoor stond, zijn wél uitgezonden.

Bucky maakt er het beste van. Als gymnastiekleraar en speelplaatsleider wil hij de (overwegend) joodse kinderen gevoel van eigenwaarde...