Pop

Het mooiste concertmoment van 2007 komt, nu al, op naam van de tot voor zeer kort totaal onbekende Canadees Patrick Watson. Drie keer trad hij eerder deze maand op in Paradiso in Amsterdam.

De keer-met-het-mooiste-concertmoment doet hij dat als het voorprogramma van Interpol. Een stampvolle zaal wacht op de jaren tachtig-injectie van de New Yorkers, maar Watson en band spelen alsof hun leven ervan hangt. Ze zijn één met de muziek, die klinkt alsof ze opborrelt uit een peilloos diepe oceaan. We horen ergens Radiohead, we horen zelfs jazz, maar we horen vooral een volstrekt organisch geluid met de heldere stem van Patrick Watson als baken.

Dan komt het laatste nummer. Watson stapt achter zijn piano vandaan en vraagt het publiek of het even zijn mond wil houden. Dit slotlied wenst hij zonder versterking te spelen. Begeleid door akoestische gitaar vouwt hij zijn handen om zijn mond bij wijze van megafoon. Het zachte engelengefluister van Watson – iets over vissen – brengt...