‘De meisjes’ van Emma Cline is net zo’n uitzonderlijk sterk debuut als eertijds Donna Tartts ‘De verborgen geschiedenis’.

‘Arme meisjes. De wereld mest ze vet met beloftes van liefde. Hoezeer ze die nodig hebben en hoe weinig ze ervan zullen krijgen. De honingzoete popliedjes, de jurken in kledingfolders die namen hebben als “zonsondergang” en “Parijs”. En dan worden die dromen wreed verstoord; de hand die broekknopen openrukt, niemand die opkijkt als de man in de bus zijn vriendin verrot scheldt.’

Dit denkt Evie Boyd, ze is ‘ergens in de vijftig’ en logeert in een huis van een vroegere vriend. Haar rust daar wordt verstoord door de komst van anderen die dat huis als tijdelijk toevluchtsoord gebruiken: Julian, de zoon van die vriend met zijn minderjarige vriendinnetje Sasha. Al direct merkt Evie, die behept is met een scherp psychologisch inzicht en geleerd heeft van legio verkeerde ervaringen op ontvankelijke leeftijd opgedaan, dat het mis is: het meisje is kwetsbaar en te afhankelijk van die no good-jongen.

Die situatie in dat buitenhuis is de nogal statische, contemporaine lijn in De meisjes, de debuutroman van de Amerikaanse Emma Cline (1989). Waar het om gaat in deze raamvertelling is Evies terugblik op de gebeurtenissen in 1969, toen ze zich als veertienjarige puber aansloot bij een sekte. Ze was een ideale prooi, een onzeker meisje dat net de bons had gekregen van haar beste vriendin, en dat in de greep van de hormonen hongerig aanliep achter de oudere broer van die vriendin. Haar nestverlatende vader hield het met een meisje van in de twintig; haar moeder ging na de scheiding onselectief op mannenjacht en hield zich verder vooral onledig met macrobiotische kuren en spirituele zelfzoekerij. De zorg om hun enig kind Evie stond bepaald niet op de eerste plaats. Het was de tijd van modieuze rebellie tegen het ouderlijk voorbeeld, ook dat speelde mee bij Evies omarming van de nomadische hippiegemeenschap die haar Californische woonplaats aandeed. De naam Charles Manson valt niet in dit debuut, maar de in geitenleren kledij gehulde sekteleider Russell Hadrick is duidelijk naar hem en zijn ‘Family’ gemodelleerd, berucht als die groep geworden is om het afslachten van de actrice Sharon Tate en haar ongeboren kind in augustus 1969. Hij is even morsig en ondervoed als de jonge mannen en vooral jonge vrouwen die hem adoreren. Seks is het wapen van dit roofdier tot verdeel en heers en ook de minderjarige Evie zal deel gaan uitmaken van zijn harem.

Hippiemeisjes

Dat verhaal over dit icoon van de popcultuur Manson en de moordpartij die deze manipulatieve sociopaat door zijn volgers liet uitvoeren, is eerder verbeeld. Je moet als romancier dus een list verzinnen om voorbij het inmiddels te vertrouwde te vertellen, indien je dit onderwerp aanvat. A.F.Th. van der Heijden voerde in Het Schervengericht zijn naar Manson gevormde personage op in de gevangenis; daar is hij almaar aan het bezemen en het oreren. Emma Cline verzon ook zo’n list; ze zet breder in dan op de biografie van een sekteleider, ze reikt naar meer universele thematiek: wat meisjes beweegt, in de fase van hun bestaan waarin weinig zeker is. Haar roman, over een meisje dat volwassen wordt en vrouwen die zich laten gebruiken om de grens van goed en kwaad te overschrijden, heet niet voor niets The Girls. Dat is het eerste beeld dat Evie zag van de sekte: een paar hippiemeisjes die aan het stelen waren in een winkel en voedsel uit vuilnisbakken zochten. De aantrekkingskracht was groot en onmiddellijk. Met name was ze gefascineerd door Suzanne, de officieuze leider van de ‘groep’ na Russell. Later, in het hedendaagse deel van De meisjes, zal ze verklaren: ‘Er was een meisje. Het ging vooral om haar, niet zozeer om Russell.’ In dit coming-of-age-verhaal zal ook haar cruciale invloed blijken op wat Evie van de rest van haar leven zal maken. Ze zal het als een ‘geschenk’ ervaren dat Suzanne haar, op weg naar het nachtelijk bloedvergieten, uit de auto daarnaartoe heeft gezet. ‘Suzanne was geen goed mens,’ beseft ze nu. Maar aan haar heeft Evie het te danken dat ze op vrije voeten is.

Al schetst Cline dat lot dubbelzinnig: Evie ervaart de rest van haar leven ‘een leegte’. Want: ‘Ik was afgescheept met het oninteressante verhaal van de toeschouwer, een voortvluchtige zonder misdrijf, levend tussen hoop en vrees dat iemand me op het spoor zou komen.’ Op een bepaalde manier kan ze niet in het reine komen met het verleden, zoals Suzanne dat wel gedaan heeft; die heeft Jezus gevonden en schildert er vanachter de gevangenismuren op los. Evie daarentegen is levenslang haunted; haar bestaan speelt zich af in een mentaal vagevuur van eigen makelij. Want: ‘Het lijkt haast toeval dat ik het niet heb gedaan.’

De bloeddorst zelf

Die constante ambiguïteit, in combinatie met het afzien van enig moreel oordeel, is een andere troef van Cline.

Suzanne is, in de roes van amfetaminen, de bloeddorst zelf geweest bij het genadeloze afslachten in de villa van platenproducer Mitch. Ze voerde Russells opdracht automatisch uit, ook al was het voornaamste doel, Mitch, die nacht elders. Maar daarvoor registreerde Evie al haarscherp de afhankelijkheid van Suzanne, ‘die helemaal opfleurde als Russell eraan kwam, als een dier dat eten ruikt.’ Als seksuele horige schikt ze zich in haar lot dat ze Russell met andere vrouwen moet delen, maar Evie merkt steeds op hoe kil Suzanne is als ze voor seks bij Russell is ontboden.

Dát, het alles doorziende perspectief van iemand die met volwassen bezonkenheid kijkt naar dat wat zich in de jeugdjaren afspeelde, is Clines voornaamste verteltechnische troef. Daarmee schraagt ze haar thematische nadruk op de gevoelswereld van pubermeisjes. Cline laat Evie terugblikken op die jeugd en daarbij kleurt ze die in met de woorden en de inzichten waar ze nu de beschikking over heeft.

Over de veertienjarige Evie werd al binnen de sekte opgemerkt dat ze zoveel ‘ziet’. Maar dat gesignaleerde ongemak met begrip en duiding verwoorden is iets dat op het conto komt van de oudere vertelster Evie. Over dat jonge meisje Sasha dat haar een compliment geeft, denkt ze bijvoorbeeld: ‘Ik zag haar opwellen van haar eigen gulheid.’

De meisjes is net zo’n uitzonderlijk sterk debuut als eertijds Donna Tartts De verborgen geschiedenis – een roman die zij nooit overtrof. Dat wordt voor Cline ook een helse toer, al hoop ik vurig dat ik ongelijk krijg.

De meisjes
Emma Cline, vertaling Tjadine Stheeman, Lebowski, 313 p., € 19,90