Nieuws!

Begrijpt u de volgende zin? ‘Vader gaf de hond een pak rammel, want hij had op het tapijt gescheten.’ Daar is weinig twijfel mogelijk: de hond heeft iets stouts gedaan en vader rost hem af. Niets aan de hand dus. Maar, vreemd genoeg, als u deze zin gebruikt in een opstel, en u laat dat opstel lezen door een docent Nederlands of door een professionele redacteur, dan is de kans zeer groot dat er een rode streep onder komt te staan. Waarom? Wel, omdat hij op twee manieren kan worden gelezen. Want kijkt u maar eens goed: wie heeft er nou eigenlijk op het kleed gepoept, de hond of de vader?

Hihi, inderdaad! Grammaticaal gezien kan het allebei. Dat is ook wat. Dus, zal men u aanraden, maak er maar veilig ‘deze’ van in plaats van ‘hij’, zodat de zin luidt: ‘Vader gaf de hond een pak rammel, want deze had op het tapijt gescheten.’

Zo, nu is er geen misverstand meer mogelijk.

Dat ‘deze’ een veel lelijker en opvallender woord is dan ‘hij’ en dat de hele zin daardoor wordt verpest, is...