De gemiddelde PvdA’er vindt het on-be-grij-pe-lijk dat er ‘weldenkende mensen’ zijn die niet op zijn partij stemmen.

Je bent jong, je denkt wat, en voordat je het weet word je uitgenodigd door Buitenhof om op te treden als jonge denker. Het overkwam Rutger Bregman en Willem Schinkel, en beide jonge denkers spraken met heimwee over de tijd, die zij zelf dus niet of nauwelijks hadden meegemaakt, dat ‘het politieke’ niet gelijk stond aan bestuur, maar dat er echte keuzen werden gemaakt met vergezichten en zo. Ze klonken verlekkerd.

Nu had ik net een artikel gelezen van Paul Tang, PvdA-delegatieleider in het Europees Parlement, en die verdedigde het voortbestaan van de PvdA, wat ik niet echt een vergezicht vond. Maar de argumenten die hij voor dat voortbestaan gebruikte, waren hoog-gestemd en zeer idealistisch – precies zoals Bregman en Schinkel dat graag zien. Ik moet bekennen dat ik na lezing niet meteen terugverlangde naar die goeie ouwe politieke tijd.

Tang schrijft...