Eindelijk, eindelijk, en het is niet overdreven dat te herhalen, is er 115 jaar na de publicatie van Poems of Emily Dickinson een eerste omvangrijke vertaling van haar gedichten in het Nederlands verschenen. Er circuleerden wel al kleine bloemlezingen van o.a. J. Eijkelboom en Louise van Santen. En in 2002 verscheen in de onvolprezen poëziereeks De mooiste van?… (Lannoo/Atlas) een keuze uit Dickinsons gedichten verzorgd door Ivo van Strijen. Simon Vestdijk, de Nederlandse ‘ontdekker’ van Emily Dickinson, was hen voorgegaan: hij schreef in 1932 een doorwrocht essay over haar werk en vertaalde een handvol gedichten. Dankzij hem en ondanks zijn soms merkwaardige vertalingen zoemden gedichten als ‘To make a prairie’ door de hoofden van zijn poëzielezers:

To make a prairie it takes a clover and one bee,

One clover, and a bee,

And revery.

The revery alone will do,

If bees are few.

In Vestdijks vertaling lopen de laatste regels plotseling onverklaarbaar mank: ‘Of droomerij...