Wonen in zo’n klein huisje is een droom. Maar voor sommigen komt het voort uit wanhoop.

Vorig jaar ging ik op bezoek bij een vriendin in Duitsland, die kort daarvoor naar een eilandje in de rivier de Spree was verhuisd. Ik kon het zien liggen vanaf de brug: een klein hoopje land met een vrolijke chaos van gekleurde houten huisjes en een paar bomen erop. Mijn vriendin haalde me op in een klein roeibootje, waar een laagje water in stond. ‘Kijk, dit is de boottelefoon’, zei ze, terwijl ze een verweerd mobieltje liet zien. ‘Die houd ik nu bij me, omdat ik als laatste het bootje heb gebruikt. Als iemand belt, moet ik even naar de oever roeien, en dan geef ik de telefoon door.’

Het was mei, de eerste warme dagen van het jaar. Ik zwom rondjes om het eiland in een geleende bikini, we dronken bier op de veranda bij het kabbelende water, een kat lag uitgestrekt op een opgewarmde steen. De wc’s en douches werden gedeeld, in het enige betonnen gebouw op het eiland, en overal...