Non-fictie / ‘Van dier naar mens’

Magere Hein dient zich vandaag de dag steeds vaker aan in de gedaante van welvaartsziekten als kanker of dichtgeslibde aderen. Waarom dan een vuistdik boek wijden aan zoönosen, de virussen of bacteriën zoals ebola en lyme die van dier op mens overspringen? Zeker, hun vermogen een mensenlichaam in een mum van tijd te slopen is angstaanjagend, maar in de overlijdensstatistieken spelen ze toch nauwelijks een rol van betekenis? Het simpele antwoord is aids, zegt David Quam­men in zijn boek Van dier naar mens. Die ziekte, die sinds 1981 meer dan dertig miljoen doden op zijn geweten heeft, is het levende bewijs dat zoönosen niet behoren tot de lang vervlogen dagen van de Zwarte Pest toen we nog niet zoveel verstand hadden van hygiëne en gezondheidszorg, maar ook in moderne tijden genadeloos kunnen toeslaan.

Juist in moderne tijden, betoogt Quammen zelfs. De Amerikaanse schrijver die roem vergaarde met zijn Lied van de dodo (1996) over het...