Waarom zou een homo niet rechts of nationalistisch mogen zijn?

Een opiniestuk in ‘De Volkskrant’ waarschuwt homo’s niet op te schuiven naar conservatief-rechts. Beangstigend, vindt Stephan Sanders, die neiging elke minderheid tot uniformiteit te dwingen.

Een blijde boodschap breng ik u: de homo is (ook) een mens. Die deur stond al open, maar met liefde trap ik ’m nog eens in. Ik las een mal stuk in de Volkskrant, onder de kop: ‘Bang? Vlucht niet in homonationalisme’. Auteurs Schneiders en Weeda maken zich sterk voor de LHBT-gemeenschap, zoals dat heet, maar maken zich ook zorgen, want ‘sommigen’ van die gemeenschap van homo’s en lesbo’s en anderen hebben een politieke voorkeur die ‘van progressief links naar conservatief rechts’ verschuift. Hear, hear. Homo zijn en zomaar van politieke mening veranderen, denken dat je onbekommerd conservatief kan worden, of zelfs ‘rechts’.

Er zou interessant politicologisch onderzoek te doen zijn of homo’s in bijvoorbeeld westerse landen ‘rechtser’ zijn gaan ‘voelen’ of stemmen in pakweg de afgelopen vijftien jaar. Dat wordt nog reuze ingewikkeld om uit te zoeken, en ik wacht benieuwd de uitkomsten af. Maar de auteurs klinken als moeders die op voorhand – nee, niet boos zijn, maar wel heel erg teleurgesteld. Blijkbaar is er een politieke voorkeur die bij de homo hoort, en dat is de ‘progressief-linkse’. Andere mensen, die geen deel uitmaken van die ‘LHBT-gemeenschap’ mogen nationalistisch-rechts zijn en conservatief, maar zoveel vrijheid wordt de homo niet gegund. Die lui moeten niet denken dat echt alle mensenrechten op hen van toepassing zijn.

Nu dreigt dus het gevaar van ‘homo-nationalisme’. Ik wist niet eens dat het bestond, en begrijp ook niet wat de auteurs bedoelen. Is er dan een beweging die eist dat Nederland aansluiting zoekt bij Mykonos, om daar de homo-staat uit te roepen? Mij onbekend. Nationalisme: dat is de wens de sociaal-culturele natie, die het liefst etnisch homogeen is, te laten samenvallen met de staat. Eenheid voor alles. Maar in dat opzicht valt het juist toe te juichen dat die homo’s er zoveel verschillende politieke voorkeuren op na houden: het lijkt wel echt pluralisme. In een en dezelfde beweging wordt dus een probleem gesignaleerd (het opkomend homo-nationalisme) en ontkracht.

Kennelijk is diversiteit een speeltje dat je niet in handen kunt geven van minderheden, want daar komen maar ongelukken van.

Hardnekkig is de neiging van woordvoerders van allerhande minderheidsgroepen om hun kudde tot uniformiteit te dwingen. Dit is de Goede Turk, de Echte Homo, de Bewuste Zwarte et cetera. Kennelijk is diversiteit een speeltje dat je niet in handen kunt geven van minderheden, want daar komen maar ongelukken van. Het blijde nieuws: de homo is een mens, niet beter of slechter dan zijn hetero-collega. Dat hoeft de homo ook niet te zijn. En de homo die PVV stemt, wordt niet minder homo. Hij wordt in mijn ogen alleen iemand die stemt op een partij die ik ten zeerste wantrouw.

Nog een onbegrijpelijk citaat uit dat Volkskrant-stuk: ‘…angst is een onvoorspelbare motor voor een stem, ook als je jezelf als een politiek lichaam beschouwt en niet in de eerste plaats als homoseksueel.’ En dan het volgende: ‘Seksualiteit is niet langer een privé-aangelegenheid meer wanneer het overleven van een hele gemeenschap ervan afhangt.’

Dit is gemeen, want dit laatste citaat heb ik geparafraseerd en is van iemand anders. Van Heinrich Himmler, die in 1937 zei: ‘Seksualiteit is niet langer een privé-aangelegenheid wanneer het overleven van een volk ervan afhangt.’

Ik zou, als ik Schneiders en Weeda was, maar heel voorzichtig zijn met dat ‘politieke lichaam’ dat zij zo bewonderen. Het lichaam en de seks zijn privé, dat is juist de politieke zaak. Een van de afgrijselijke raadselen van de geschiedenis is nog steeds hoe dat kosmopolitisch-liberale Berlijn van de jaren twintig in een handomdraai kon veranderen in een stad zonder homo’s. Na 1933 zou je zweren dat ze er nooit waren geweest.

Want dat was Himmlers conclusie: ‘Seksualiteit is niet langer een privé-aangelegenheid.(…) Het is van het grootste belang dat wij hen [homo’s] uitroeien.’