Je zou maar dichter wezen. Niemand leest je werk, niemand kan het schelen. En wie wel liefhebber is, heeft er een grondige afkeer voor. Waarom? Dat perfecte gedicht blijft maar buiten bereik.

Waarom haten we gedichten eigenlijk zo, vraagt de Amerikaanse schrijver en criticus Ben Lerner (1979) zich af. Zijn persoonlijke en fundamentele essay The Hatred of Poetry verschijnt binnenkort in Nederlandse vertaling als Waarom we poëzie haten bij uitgeverij Atlas-Contact. Haten we gedichten dan? Ja, dat doen we. Dat wil zeggen, het gros der mensheid laat poëzie volkomen koud, dat komt aan iets als haat niet eens toe, maar de gideonsbende die er wel mee bezig is háát haar, in de woorden van Lerner.

Nu is haat wel een erg groot woord, een beetje voor de bühne wellicht, om aandacht te trekken. Misschien moeten we zeggen dat de poëzie ons afkeer inboezemt, dat ze ons frustreert of met lege handen achterlaat, dat we haar steeds weer moeten verdedigen en uitleggen. Feit is dat we in een...