Waarom ik Wilders zijn ‘nepparlement’ zo kwalijk neem.

Een van mijn lievelingsboeken tijdens mijn studie politicologie was Crisis en kritiek der democratie van A.A. de Jonge. Hij behandelde daarin ‘antidemocratische stromingen en de daarin levende denkbeelden over de staat in Nederland tussen de wereldoorlogen’. De Jonge, historicus van marxistische komaf, was de eerste die een verschil maakte tussen de ‘grote’ en de ‘kleine’ crisis van de democratie. Het grootste gevaar in het interbellum kwam van openlijk totalitaire stromingen als het Italiaanse fascisme, het Duitse nationaal-socialisme en, niet te vergeten, het Russische stalinisme.

Maar ook buiten de kring van aanhangers van Mussolini, Hitler en Stalin leefde in het Nederland van toen de hang naar de sterke man. Wall Street was ingestort, de economie maakte een diepe crisis door, de werklozen vormden lange rijen voor de arbeidsbureaus en stempellokalen. In dat grimmige klimaat gingen steeds meer kiezers twijfelen...