Dertig jaar geleden waren nerds 
losers en alle losers nerds. 
Een paar decennia later is de nerd het meest geliefde, gewilde, bewonderde en geïmiteerde menstype. Hoe heeft dat kunnen gebeuren?

Het is die lach. De lippen krullen op om het toch al zichtbare gebit nog verder te ontbloten, er verschijnt een lelijke onderkin, en er klinkt een hard gebalk – gebrul bijna. Hij lijkt wel een zwakzinnige, in plaats van een hoogbegaafde uitvinder die slimmer is dan de rest en die kan wat maar weinig mensen kunnen. Die lach definieert hem als een sukkel, een buitenbeentje. Nog meer dan de pennenset in zijn borstzak of de rekenmachine aan zijn broekriem, het goedkope overhemd in zijn veel te hoog opgetrokken broek, of zijn bleke smoel. Of – niet te vergeten – zijn dikke brillenglazen in het zwarte montuur.

De nerd uit Revenge of the Nerds (1984) is een onaantrekkelijk stereotype, en hij heeft het zwaar te verduren. Vooral de computernerd moet het in de iconische komedie ontgelden,...