‘Mijn God, allemachtig. Dit is wel schokkend.’ Kunstenaar Marc Ruygrok, de schepper van de koperen tekst, kijkt gepijnigd naar de ravage. Alleen de frames waarop het koper vastgeklonken was, staan er nog. Witte skeletten, beschermd door hekken in een kleurloze kale omgeving. ‘Het is toch tuig,’ zegt Marten Tulleners van de koperslagerij Julius Baller verbijsterd. ‘Wat een sneue figuren.’ Zwijgend bekijken ze de schade.

Gisteren kreeg Ruygrok een e-mail van een vrouwelijke fan die dagelijks haar hond uitlaat in het gras langs het kanaal. Ze berichtte geschokt over het kaalgeplukte kunstwerk. Vandaag zijn de kunstenaar en koperslager er meteen naartoe gereden. Waar is het/is het waar is Ruygroks lievelingswerk. ‘Het heeft een sociale functie,’ zegt hij. ‘Jongeren van de naburige scholen klimmen op de letters om hun lunch te eten. En in de zomer zit er altijd wel een eenzame hengelaar te vissen. Als de sociale omgeving een kunstwerk mooi vindt en omarmt, ontstaat er...