Zelden is een verkiezingscampagne zo verstoken geweest van strijd om politieke ideeën. Wat de gemoederen verhitte, was het draaikontje van optimist tot het bittere eind Wouter, de authenticiteit van de gerestylede maoïst Marijnissen, het Rita-complex van de krampachtig relaxte Mark en de VOC-mentaliteit van de godsgruwelijk zelfingenomen Jan Peter. Als het spel al een inzet had, was het de titel ‘betrouwbaarste leider’. Angstvallig meden de lijsttrekkers onderwerpen die de kiezer heikel of ver van zijn bed kon vinden. Waagden ze het een enkele keer politieke kwesties aan te snijden, dan waren het thema’s zonder gevaar. Wouter sprak nog eens schande van de kloof tussen arm en rijk. Jan Peter beklom de kansel om de lof te zingen van het burgermansfatsoen. Mark paaide de aanbidders van de heilige koe.

Terwijl de politici met vereende krachten trachtten de politiek uit de campagne te bannen, ontlokte het interactieve tienpuntenplan op de website van Vrij Nederland heftige...