In de zomer van 2008 interviewden Thijs Broer en ik VVD-leider Mark Rutte. Voor iemand die in de peilingen op vijf zetels verlies stond, maakte hij een strijdlustige indruk. Er moest een eind worden gemaakt aan ‘het betuttelende links-christelijke kabinet’ en het ‘falend leiderschap’ van Jan Peter Balkenende. Net als SP en PVV waren de liberalen er voortaan op uit het onbehagen van de burger een stem te geven. Rutte gaf hoog op van de hardwerkende Nederlander die vond dat hij te veel belasting betaalde, droomde van een eigen huis met tuin en ongehinderd in zijn auto wilde rondrijden.

Establishmentpartij VVD moest worden omgebouwd tot een ‘centrum van maatschappelijk verzet waarvan ik de leiding persoonlijk op me ga nemen’. Toen we uit zijn fractievoorzitterskamer met uitzicht op de Ridderzaal waren vertrokken, keken Thijs en ik elkaar ongelovig aan. Rutte, die de VVD met moeite uit handen van Rita Verdonk had weten te houden, was wel een erg onverbeterlijke optimist!

Achteraf...