Jazz

Een vuurpijl schiet omhoog, schittert in een fractie van een seconde als vuurbal die uiteenspat in een sterrenregen – en dat was dan dat.

In het licht der eeuwigheid ontvlamde bij bassist en bandleider Charles Mingus (1922-1979) creativiteit met een bijna kosmische allure in de maanden maart en april van 1964, een productieve topperiode die maar liefst zeven klassiek geworden albums opleverde. (Bij Mingus was het hollen of stilstaan. Tussen 1966 en 1969 kwam wegens psychische ongemakken geheel niets uit zijn vingers.)

De associatie met illuminatie wordt in dit geval versterkt door wat Eric Dolphy (altsax, basklarinet, fluit) in de nacht van 10 op 11 april 1964 in het Concertgebouw in Amsterdam filosofisch overdacht. Dolphy was zojuist opgetreden met het sextet van Charles Mingus. Tegenover hem zat interviewer Michiel de Ruyter van Radio Jazzmagazine van de VARA. ‘When you hear music, after it’s over, it’s gone in the air, you can never recapture it again,’ zei Dolphy...