Neem me zoals ik ben.

Ik schat dat deze onzin is uitgevonden door Amerikanen, ergens om en nabij de twintigste eeuw. Onzin, omdat niemand weet wie hij is, laat staan hoe. Dat zijn vraagstukken waar filosofen al eeuwen hun hoofden over breken, dus dan mag je van een ander niet verwachten dat hij zegt: ‘Stom, ik dacht even dat je zus was maar je bent natuurlijk zo.’ Of dat je reageert met een glimlach als iemand midden in je huiskamer neerzijgt om zijn behoefte te doen: ‘Geeft niet hoor, ik neem je zoals je bent.’ Dat zou zelfs de dalai lama niet doen.

Een vriendin kwam terug van een verprutste vakantie. Ze had een collega in Italië bezocht, in zijn vrije tijd zenmeester, daarom had ze op rust en regelmaat gehoopt. Maar zijn buitenverblijf bleek een vervuild kot zonder sanitair, en zijn boeddhisme beperkte zich tot steeds dezelfde zin: ‘Zo ben ik nou eenmaal.’ De zenmeester wist dus wel wie hij was, dat was mooi meegenomen, want dan kon zij zijn kot gaan poetsen als zij dat zo...