Fotodocument

‘Pausmobiel’, ‘mongolenwagen’ of ‘krokettenwarmer’ – de bijnamen zijn weinig flatteus. Maar in kleine, fiere letters staat er ‘Canta’ op hun achterkanten, de naam die bedenker Dick Waaijenberg de karretjes gaf. Van het Italiaanse cantare: een ontwerp om van te zingen, vond de oud-coureur. Want wie op eigen kracht niet ver kon komen, kreeg door de Canta zijn vrijheid terug. Om de immobiele bestuurders tegemoet te komen, mogen gehandicaptenvoertuigen bovendien wat auto’s niet mogen: rijden op de stoep, over fietspaden en overal gratis parkeren. Sinds midden jaren negentig bouwde de Veen­en­daal­se fabriek van Waaij­en­berg er bijna vierduizend. Volgens de firma, nog altijd ’s lands enige Can­ta-fabrikant, rijden er nu zo’n vijfentwintighonderd rond, waarvan zo’n zeshonderd in Am­ster­dam.

Droomballet

Ook niet-Amsterdammers zullen de Canta de komende tijd regelmatig voorbij zien tuffen. Half mei gaat Het Nationale Canta Ballet van start, ‘een zes weken durend...