…en dood aan de Yankies!

Eigenlijk wist ik het wel, nu weet ik het beter: nieuwe Argentijnse films zijn niet per definitie goed, zoals ik in mijn vorige blog suggereerde. Mijn eerste oordeel was vooral gevormd door Argentijnse films die de afgelopen jaren (ook) in Nederland te zien geweest zijn, zoals die van Pablo Trapero (Mundo Grua, Familia Rodante, El Bonaerense en Nacido y creado), Lucrecia Martel (La Ciénaga, Niña santa) en Lisandro Alonso (La Libertad, Los Muertos, Fantásma). Maar het Rotterdamse filmfestival, dat deze films binnenhaalde, hanteert duidelijk andere criteria voor de selectie van Argentijnse films dan het BAFICI.

De Argentijnse films die meedoen aan de internationale competitie en die ik hier tot nog toe gezien heb, zoals Fotografías van Andrés di Tella en El desierto negro van Gaspar Scheuer, zijn vooral interessant voor een publiek dat goed thuis is in de Argentijns geschiedenis. Di Tella’s zoektocht naar informatie over de achtergrond van zijn Indiase...