Moeder de Vrouw is weg

Grote boerderij, klein mannetje. In een vergrijzend land zie je die combinatie vaker dan omgekeerd, want grote kerels kunnen klein beginnen, maar later krimpen hun huizen niet mee. Door mijn hond kom ik snel in gesprek met zulke mannetjes; zij laat zich graag door hen aaien.

Dit mannetje heeft een paar geiten die een bende maken van zijn tuin, maar geen vrouw. Die is vorig jaar gestorven, vertelt hij. Nu zit hij op zijn bankje met een pallet begoniaatjes. Moet hij nog planten, maar eerst een sigaartje.

Opeens ruik ik nog andere rook. Kan dat kloppen? ‘Meh, me lepke!’ Hij grijpt naar zijn hoofd, rukt de deur uit de sponning en lost op in een wolk van aangebrande rijst, als ninja Sho Kosugi.

Reken terug en je komt terecht in de jaren vijftig. Deze man zat gebeiteld achter de hoeksteen van de samenleving. Trouwde een Moeder de Vrouw. Zij zorgde ervoor dat de was witter was dan die van de buurvrouw, dat de kinderen een nieuwe jumper kregen voor kerstmis, en dat...