De kunst van het vreten

Ze droeg rood. Minstens zes strekkende meter crêpe de Chine om haar lichaam te koelen tegen de warmte van de zon. In de schaduw van haar hoed had ze alleen oog voor wat er op haar bord lag. Met haar gelakte nagels liet ze de petitfours als kevertjes op rij haar glimlach binnenglijden. Het ging allemaal vanzelf, net als de strudel, soldaat gemaakt met een lepel, en de tompouce, die ze voor de slacht op zijn kant legde. Daarna draaide ze aan de etagère, koos nog wat sandwiches, want om haar slanke vriendin die het hoogste woord voerde zonder een hap te nemen, hoefde ze zich geen zorgen te maken. Let maar eens op: van twee vriendinnen die een high tea bestellen is er altijd maar eentje die zich laat gaan. De ander zit verkrampt op haar stoel, vult haar mond met woorden. De rode dame at alsof ze thuis nog zes meter crêpe de Chine had liggen. Kon haar wat schelen.

Waar zie je zoiets nog? We zijn als volk nog nooit zulke fijnproevers geweest, maar breed...