Een kleur voor een smaak

In 1912 noemde meneer Skobeloff een kleur naar zichzelf. Niet generaal Skobeloff, want die was al dood en droeg liever wit, terwijl dit een soort groen is waarmee vroeger eetkamers werden behangen. Je moet ervan houden. Daarna zijn er nog heel veel kleurnamen bijgekomen. Koperroze, bijvoorbeeld, in 1928. Of ‘Feldgrau’, die in 1945 weer uitstierf. Chocoladebruin kwam er pas na de oorlog bij, en ‘Razzmatazz’ in 1993.

We benoemen gretig wat we zien, maar als we iets proeven, schieten woorden tekort. Het wordt al gauw onsmakelijk. Neem nou ‘mondgevoel’. Mag dat weg? Moeten kotsen, maar niet mogen, dat is mondgevoel. Mondgevoel, dat is de vieze man in bakkerij Brakenhof. (Zo heette die bakkerij echt. Ik woonde ook in Juinen, waar stichting Morekop door de straten reed, en de vieze man bonbons doorslikte zonder ze te betalen: ‘dus dat het nat wordt en zoet, in me mond.’) Wat er in mijn mond gebeurt, is mijn zaak, daar hoeft een kok niet in te roeren. Eetweters...