Berelekker

Ik zat eens aan tafel met een Engelse veganiste, een Zwitserse vegetariër en een Russische boerin. We warmden ons aan de houtkachel in de blokhut van de Russische. Buiten woedde al zes dagen een sneeuwstorm, de elektriciteit was uitgevallen en het was twee uur lopen naar het volgende dorp, dat wel bewoond was. En dan waren er ook nog eens heel veel beren. Geen grote, zo te zien, die sliepen natuurlijk, maar verweesde welpen. Jagers waren zo laf de moeders te doden in hun winterslaap. We brachten de kleintjes groot met de fles, geurloos afgeschermd, opdat ze niet aan mensen zouden wennen. Spreken in hun nabijheid mocht evenmin.

Terug naar de tafel. Daarop stond het gebruikelijk Russische troosteten: wrongel met suiker en rozijnen, plakjes harde kaas, koolsoep met aardappelen en, tot afschuw van de andere gasten, met kip. Ze aten geen vlees, dat hadden ze toch gezegd? Het oudje, dat eruitzag als een boerin maar eigenlijk zoöloog was net zoals haar man, protesteerde. Ik...