De geruisloze, inhalige jacht

Vroeger plukten we paddestoelen in Bussum-Zuid. We stapten uit de stoptrein, staken de hei over, langs de geitenzwammen (die niet lekker zijn) het bos in. Daar verloren we elkaar uit het oog, want als je oog hebt voor paddestoelen, heb je het niet meer voor elkaar. ‘De geruisloze jacht,’ zegt men wel, maar in de paddestoelenplukker woedt een voortdurende razernij: op het bos, als het hem niets te bieden heeft, en op de plukgenoot, als die wel iets gevonden heeft. ‘Daar wilde ik juist heen,’ zegt hij tandenknarsend als de ander terugkomt met een volle mand, ‘daar heb ik vorige keer veel gezien, maar ze waren nog te klein.’ Ofwel: wat in jouw mandje ligt, is eigenlijk van mij. Verongelijkt, huichelachtig, inhalig. Dat is de paddestoelenplukker ten voeten uit.

Van de componist Rachmaninov wordt gezegd dat hij zijn gasten pestte door ze reeds geplukte paddestoelen te laten plukken die hij los in zijn gazon had gestoken.

Link wordt de plukker...