Wat te doen met aubergine

‘Gewoon die prei aftrekken, jij weet wel hoe dat moet.’

Mijn baas, de geile groenteboer. Vuile vingers om een stronk. Vertrok na de veiling naar de kroeg en liet mij, bakvis, de winkel runnen. Zijn humor was berucht. Vaste klanten wapenden zich. Ome Jan kwam binnen en zei: ‘Ik moet een komkommer hebben en wil er geen woord over horen.’

In een andere groentewinkel waar ik later werkte, werden ook moppen getapt die ik tijdens mijn bijbaantje in een bakkerij nooit hoorde. Het is dus de schuld van de groente. Ik noem een wigwam en een dikke vrouw, u weet wat ik bedoel. Een beeld dat de Nederlander op het netvlies staat gegrift. Aubergines zijn sinds Seks voor de Buch een nationaal trauma.

Twintig jaar later levert het woord ‘groenteseks’ op Google 25.000 hits op, maar de spanning is opgebouwd in eeuwen. Geen groente bleef braaf. Verdacht was hun vorm (asperges, kolen, pastinaken), prikkel op de tong (gember, peper), of gefoezel onder de grond...